In Tsjechië heerst, zoals in andere landen in West-Europa, een gematigd, vochtig klimaat. Op een hoogte van 500 meter en hoger heerst op sommige plekken een landklimaat. Ook bij de Boheems, Moravische Hoogten heerst een landklimaat. Er heerst een hooggebergteklimaat op de top van de Snežka.

In de warmste maand, juli, ligt de gemiddelde temperatuur in Tsjechië tussen de 18°C en 21°C. Gemiddeld schijnt de zon er dan 8 uur per dag. Januari is de koudste maand in Tsjechië, het is er dan gemiddeld tussen de -5°C en -11°C. In de hoger gelegen delen van het land blijft het in de winter ongeveer 30 dagen overdag onder 0°C.

In de lagere delen van Tsjechië, rond de Labe, de Morava en het gebied ten zuiden van Brno, zijn de warmere gebieden te vinden. De gemiddelde dagtemperatuur ligt daar in de zomer rond de 25°C. In de hoofdstad Praag ligt de temperatuur ook een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde, het is daar namelijk rond de 23°C in de zomermaanden. Tussen december en februari is de temperatuur overdag zo’n 2°C.

In het hele land valt er ongeveer 700 millimeter neerslag per jaar. Dit verschilt echter plaatselijk heel erg. In het uiterste oosten van de Witte Karpaten valt de meeste neerslag, rond de 1450 millimeter per jaar. In midden-Bohemen en Zuid-Moravië valt het de minste neerslag. De meeste neerslag valt in de zomer, de minste neerslag in de winter. Er valt op minder dan 45 dagen per jaar sneeuw in de lager gelegen gebieden van Tsjechië. Er valt op meer dan 100 dagen per jaar sneeuw op een hoogte van 700 meter en hoger. Op gemiddeld 120 dagen per jaar ligt er een sneeuwdek van meer dan 10 centimeter in de Bohemen en in de Sudeten. Over geheel Tsjechië genomen ligt er op 20 dagen per jaar zo’n sneeuwdek.

Gemiddeld schijnt de zon zo’n 1500 uur per jaar, dit is ongeveer het zelfde aantal zonuren per jaar als in Nederland.